Velen zoeken naar een niche om van het werk op de boerderij te kunnen leven, want helaas is het tegenwoordig steeds moeilijker om met conventionele methodes een boerenbedrijf te runnen. Maar dat is niet de enige reden dat ze het op een andere manier willen aanpakken: ze willen ook meer uit de landbouw halen. Ze willen experimenteren, ze willen innovatie.
Zo zijn er momenteel jonge boeren als Simon Werth en Simon Waldthaler, die asimina telen en ze tot sap verwerken. Zogeheten prairiebananen – een uit Noord-Amerika afkomstige vrucht, die aan bomen met grote bladeren groeit en bij ons nog een echte exoot is. Of een jonge boer als Alois Schiefer, die artisjokken verbouwt in de Val Passiria/het Passeiertal: die vlezige groente die, gekookt zonder kruiden, smaakt als het wit van een spiegelei. En er zijn jonge boeren als Martin Pichler, ook uit de Val Passiria/het Passeiertal, die van appels geen appelsap, maar appelsekt maakt (en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan).