Het Passeiertal wordt gekenmerkt door tradities, gebruiken en geschiedenis. Reto-Romaanse offerplaatsen uit de oertijd, bergpaden uit de Romeinse tijd en rebelse volkshelden hebben hier van oudsher hun sporen achtergelaten. Ze hebben de streek en zijn bewoners een onmiskenbare identiteit gegeven. Feesten, muziekkapellen, markten en klederdrachten geven blijk van de levensvreugde van de Psairer, de boeren vlijt, de liefde voor de streek en zijn tradities. Sagen en legendes vertellen over de lotsgevallen van het dal. Oude gebruiken als het ‘Törggelen’ of de ‘Herz-Jesu-Feuer’ zijn belangrijke ijkpunten in het leven van de Passeier. Traditionele ambachten en rituelen die van generatie op generatie worden doorgegeven beïnvloeden nu nog steeds het dagelijkse leven. Daarin komt de cultuur en geschiedenis op authentieke wijze tot uiting.