Eten en drinken is in het Passeiertal nauw verbonden met de natuur. Op tafel komt wat hier groeit en gedijt: knapperige groente, zongerijpt fruit, wijn van eigen wijngaarden, forellen uit het dal, paddenstoelen en wild. In de traditionele ‘stuben’ van de bergrestaurants worden klassieke Zuid-Tiroolse gerechten geserveerd zoals spek- en kaasknoedels (Speckknödel en Käseknödel) of verse vis uit de rivier de Passer, in de restaurants staan creatieve mediterrane en internationale gerechten op het menu.