Sportieve uitdaging en ongerepte natuur: op de legendarische bergpassen in het Passeiertal vinden wielrenners beide in overvloed. Steile rotshellingen, groene alpenweiden en witte ijsreuzen bepalen het decor langs de eindeloze serpentines die leiden naar de top van de Jaufenpass en de Timmelsjoch. De Jaufenpass (2094 m) verbindt het Passeiertal met het Wipptal. De bergpas is ongeveer 31 kilometer lang en voor wielrenners een afwisselende route met geweldige uitzichten. De Timmelsjoch (2509 m), als grensovergang tussen het Passeiertal en Ötztal, is met een lengte van 29 kilometer en een hoogteverschil van 1800 meter een van de zwaarste bergpassen van de Alpen. De pas is een uitstekend trainingsterrein voor de ‘Ötztaler Radmarathon’, waarvoor elk jaar veel wielrenners naar het Passeiertal afreizen.